
ROTTERDAM, 16 JUNI. Inlichtingendienst AIVD maakt zich zorgen over de groeiende rol van Nederlanders bij internationale acties voor dierenrechten. In sommige acties hebben ze volgens de dienst “een voortrekkersrol”.
Dat blijkt uit het AIVD-onderzoek Dierenrechtenactivisme in Nederland, springplank voor Europa? dat gisteren naar de Tweede Kamer is gestuurd.
In het rapport ligt de nadruk op de periode na de dood van Pim Fortuyn. Uitgangspunt van het rapport was dan ook in eerste instantie niet om de Nederlandse invloed binnen het internationale activisme in kaart te brengen, maar om de vermeende geuzenrol van Folkert van de G. binnen de dierenrechtenbeweging in kaart te brengen. Aanleiding hiervoor was de ontdekking dat in bepaalde kringen merchandising circuleerde met Van der G. in heroïsche poses of met opruiende spreuken als, ‘Wanneer pakt Van der G. de W?’ een vermeende verwijzing naar Geert Wilders.
Gedurende het onderzoek bleek echter dat deze afbeeldingen niet enkel een rol speelden binnen het Nederlandse dierenactivisme, maar ook internationaal circuleerden. De dienst stuitte hierdoor op een internationaal netwerk waarin Nederlanders centrale posities innemen. “Iedereen die vergoeilijkend doet over dierenactivisme beseft niet dat het hier gaat om een een keiharde criminele organisatie waarin honderden miljoenen circuleren. Een organisatie waarbij de Hells Angels verbleken,” aldus een anonieme bron die dicht bij het onderzoek betrokken was.
Het activisme krijgt ook een steeds breder karakter gezien de wijdverspreidheid van vermeend dierenleed. “Nader onderzoek van vrijwel ieder product in de voedselindustrie leert dat het een gif of iets dergelijks bevat dat een diersoort benadeelt. Vrijwel elke tak van de industrie is verder verbonden met andersoortige bedrijven als verzekeraars en geldschieters, die nu ook doelwit van acties zijn,” licht de dienst toe. De mogelijke doelwitten van de organisatie zijn daardoor nauwelijks in kaart te brengen. “Het zal niet lang meer duren of de eerste dierenactivistische martelaar zal zich aanmelden en zich in de geest van Van der G. opblazen bij een farmaceutische industrie,” zo stelt het rapport. “En de eerste zal naar alle waarschijnlijkheid een Nederlander zijn, gezien de nationaliteit van Van der G., die de radicalisering binnen de lage landen enorm heeft aangewakkerd.”
De dienst adviseert de Tweede Kamer om per direct op St. Maarten een aparte opvangfaciliteit in te richten, waar mogelijke dierterroristen korte tijd kunnen worden ondergebracht. “Het klinkt als een paardenmiddel,” aldus het rapport, “maar het is de enige manier om voorbereid te zijn op de toekomst. Bij dierenactivisme denken mensen vaak aan ietwat wereldvreemde poezenliefhebbers, maar dat beeld is onjuist. Dierenactivisten zijn roekeloos, fanatiek en deinzen nergens voor terug. In combinatie met de gestegen actiebereidheid, ontstaat een uiterst explosief mengsel, waartegen hard moet worden opgetreden.”
Het grootste slachtoffer binnen de ontwikkeling van het internationale dierenterrorisme onder Nederlandse vlag is het imago van de Nederlander. Stond de burger van het koninkrijk eerst nog bekend als een onbezorgde consument, die zich niet te veel opwond over een centimeter meer of minder leefruimte voor de biggetjes, nu duikt steeds vaker het beeld op van fanatieke geitenwollen-sokkendragers, die zenuwachtig sojabonen kauwen op van hennepvezels geperste sandalen. “Het lijkt onschuldig,” aldus het rapport, “maar elk Unilever-product dat buiten de landsgrenzen wordt geproduceerd uit angst voor aanslagen, kost de Nederlandse niet-vegetariër tientallen banen.”